Met mijn kinderen lees ik in ‘Rupsje rimpel’ hoe een rups een vlinder wordt. De veldgids die ik hier in handen heb, is van een ander kaliber. Daarin vind je de juiste plant bij de juiste rups en vlinder. Naast de nodige achtergrondinformatie staan zowel dag- als nachtvlinders door elkaar beschreven. Soms worden naast de vlinder ook de eitjes afgebeeld, soms de rups of de cocon en hier en daar zelfs een knabbelspoor of ware plantschade. Een derde van het boek behandelt ook de waardplanten, die deze vleugelbeestjes nodig hebben om hun honger te stillen en zich voort te planten. Bij de waardplanten staat telkens een verwijzing naar de vlindersoorten. Omgekeerd staat bij elke vlinder ook een verwijzing naar de waardplant(en) verderop in het boek.
Interessante benadering, omdat je via de waardplant ook gemakkelijker de rupsen op naam kan brengen. Heb je echter een rups gevonden zonder verdere duiding en wil je die op naam brengen, dan wordt het bladeren in het boek. De foto’s op de binnenkant van de cover zetten je enigszins op weg.
Gaea Rysselaere
Vlinders, rupsen en waardplanten (Heiko Bellmann)
Utrecht: Tirion, 2014
445 p.
ISBN 978 90 5210 963 3
29,99 euro
Er is een inkijkexemplaar van dit boek aanwezig in ons documentatiecentrum