De studie van de spinachtige staat bij veel natuurliefhebbers niet bepaald bovenaan het verlanglijstje, en dat is volkomen begrijpbaar. Is het immers niet zo dat deze achtpotige diertjes veelal opduiken in griezelige heksenverhalen, het onderwerp vormen van verscheidene horrorfilms en bovenal menigeen de kast hebben opgejaagd wanneer ze plots uit een duister hoekje te voorschijn sluipt?
Of nee, zo erg is het ook weer niet, want de gewone huisspin mag dan nog groot zijn, kwaad kan hij niet aanrichten door een onverhoedse beet: hij slaagt er namelijk niet in zich door de huid van een volwassene te boren.
Wat men er ook van moge denken, de spinnenpopulaties hebben het steeds moeilijker in de vrije natuur, gezien hun biotopen regelmatig worden ingeperkt in onze regionen. Dit blijkt overduidelijk uit de lectuur van deze spinnengids; vele soorten staan jammer genoeg op de Vlaamse en/of Nederlandse Rode lijst, die een exhaustieve lijst vormt van de bedreigde spinnensoorten.
Spinnen van Europa bezit enkele belangrijke pluspunten: in een vlot leesbare, maar gedegen taal, worden een vierhonderdtal Europese spinnensoorten geduid en grondig besproken. De kleurfoto’s zijn piekfijn uitgevoerd en de randtekeningen leerrijk. Vermeldenswaardig is ook de aanwezigheid, vooraan in het boek, van een tabel die de meest gewone soorten rondom het huis weergeeft.
Enig minpuntje is het uitblijven van een gefundeerde determinatielijst die de spinnetjes niet tot op de soort maar wel tot op het genus brengt van een waargenomen exemplaar.
Samenvattend is het zeker en vast een degelijke veldfauna voor amateurs en specialisten ter zake.
Rino dall’Asta en Johannes Teerlinck
Spinnen van Europa (Heiko Bellmann)
Utrecht: De Fontein ; Tirion, 2011
ISBN 978 90 5210 8636
34,95 euro
Er is een inkijkexemplaar van dit boek aanwezig in ons documentatiecentrum