Thuis in mijn jungle
Hoe bijzonder innemend is dit boek geschreven! Het leest als een roman, met in elk hoofdstuk een bepaald aspect van de (wilde) tuin. Je zoekt wel tevergeefs naar beelden, want die zijn er niet.
Dave Goulson heeft duidelijk een voorliefde voor insecten. Hij heeft het over het wel en wee van zijn hommelkastjes, over twee gekke Vlaamse nachtvlinderfreaks op bezoek in zijn tuin (voor de kenners: Bart Van Camp en Rollin Verlinde), het al dan niet maaien van zijn gazon en veel meer. Elk verhaal is doorspekt met weetjes en (begrijpelijk vertaalde) verwijzingen naar één of ander wetenschappelijk onderzoek. Achteraan in het boek staan twee lijstjes, gestoeld op Goulsons eigen ervaring (in Engeland): tuinplanten voor bestuivers en besdragers voor vogels.
Wat het boek zo leuk maakt om te lezen, is de eenvoudige schrijfstijl en de situaties waarin je als lezer de menselijke kantjes van ons bestaan herkent. En vooral: het belerende vingertje is er niet, wel veel informatie over tuinzaken waar wij nog niet (genoeg) bij stil stonden. Trouwens ook de kookboekfans komen aan hun trekken. Als inleiding bij elk hoofdstuk staat (wel wat plompverloren) een kort recept. De meerwaarde hiervan is mij niet helemaal duidelijk.
Gaea Rysselaere
De tuinjungle. Tuinieren om de wereld te redden (Dave Goulson)
Atlas Contact, 2019
303 p.
ISBN 978 90 450 3934 3